Raadslid wil stagediscriminatie aanpakken
Uit de laatste Staat van het Onderwijs, het jaarlijkse rapport van de Onderwijsinspectie, blijkt dat studenten met een niet-westerse migratieachtergrond veel minder kans hebben op een stageplek. Raadslid Erik Flentge: ‘Dat is een slechte zaak. Ik wil weten wat Amsterdam daaraan doet. Jongeren moeten worden beoordeeld op hun daden. Oneigenlijk onderscheid en discriminatie moeten we keihard aanpakken.’
De studentenvakbond voor mbo-studenten - Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) - stelt dringend maatregelen voor, zoals het aanspreken van onderwijsinstellingen en bedrijfsleven op hun verantwoordelijkheden bij stagediscriminatie, het anoniem laten solliciteren van studenten voor een stageplek en betere stagebegeleiding voor mbo-studenten.
Erik Flentge: ‘De SP ondersteunt die voorstellen. Sommige studenten hebben het zwaarder dan andere studenten bij de zoektocht naar een stage, alleen maar vanwege hun achtergrond.’ De Rijksoverheid en Amsterdam zijn eerder al begonnen met het aanpakken van stagediscriminatie, in het bijzonder op mbo’s.
Flentge: ‘Ik wil dat we nu zoeken naar extra mogelijkheden. Zo wil ik dat we leerbedrijven die zich schuldig maken aan discriminatie geen stagiairs meer toewijzen. Ook willen we meer bliksemstages en bedrijfsbezoeken als kennismaking voor studenten en meer ervaren mbo-4 studenten die nieuwe mbo-2 stagiaires gaan coachen.’
Hij heeft hierover dan ook namens de SP schriftelijke vragen ingediend.