In de Donkere Dagen voor Kerstmis...

In de Donkere Dagen voor Kerst moet je niet ook nog eens met een Volle Maan te maken hebben. Ik liep met een Antwoordkaart in mijn hand naar de rode brievenbus om de hoek toen een jonge moeder passeerde met een klein meisje aan haar hand.

De moeder keek me blij en trots aan toen ze zag hoe ik naar haar schattige kleuter keek. Het was zo'n wederzijds moment. Op dat moment kwam een ouder zusje een portiek uitstuiven met een rugzak die op een beer lijkt. Ik wilde iets over die aparte rugzak zeggen maar ze holde snel voorbij.

"Het zusje is kwaad,"zei een stem voldaan. Ik draaide me om en keek naar een lange jonge man. Een dertiger met zo'n wollen muts op. Hij stond net als ik stil bij de rode brievenbus. "Jammer... Kinderen kunnen gauw jaloers worden op broertjes of zusjes," antwoordde ik nadenkend.

"Wat gééft dat nu?"zei de jongeman. "Het kan een hele nare invloed in het hele leven zijn," reageerde ik. En ik sprak vanuit kille ervaring. Het was ook koud en de man blies in zijn handen maar hij wilde nog niet doorlopen. "Zulke kinderen hebben het nog altijd beter gehad dan ik," zei hij. " Ik ben door een alleenstaande moeder opgevoed die altijd op drift was. Het was gewoon geen moeder. Mijn vader heb ik net een paar weken geleden voor het eerst ontmoet..."

Het begon nu een beetje op Spoorloos te lijken... Hoe is je vader? "Het is een beste man en er is altijd fout over hem gepraat. Maar het leven is toch zinloos, " voegde hij er nu uitdagend aan toe.

Dat kon ik niet zomaar over mijn kant laten gaan. Ik had de Antwoordkaart meteen in de brievenbus kunnen gooien maar ik zei: "Het leven is een blanco kaart... Het leven krijgt alleen Zin door de Zin die je daaraan geeft. Wat doe jij bijvoorbeeld graag?..."

Hij keek me perplex aan. Heb je geen werk? Of ja... Misschien kun je niets naar je zin vinden... Ik haalde diep adem: ... Wat vond je op school leuk om te doen?
"Ik vind niets leuk,"zei hij en hij leek bijna beledigd. Ïk haatte de school en ik werd overal weggestuurd. Ik sport alleen wel graag. Ik heb heel succesvol een handbalteam gecoacht maar dat is nu opgedoekt."

Ik vond dat hij er inderdaad als een sportliefhebber uitzag. Hij had wellicht ook een knappe boy kunnen zijn als hij niet zo'n gladde gezichtsuitdrukking had gehad. "Waarom ga je dan niet in sport door?"vroeg ik. "Je begrijpt me niet," zei hij kwaad. "Ik ben een cri-mi-neel..."

Hemeltjelief... Was dat nu een soort van naamkaartje? Misschien dacht hij dat ik na deze uitspraak angstig zou terugdeinzen als dame op leeftijd. Maar ik zei heel cool alhoewel misschien een beetje hard: " Juist een crimineel weet het beste wat hij aan zichzelf moet doen om een goed leven te krijgen..."

De man keek geschrokken naar boven naar een balconnetje boven ons en zei: " Niet zo hard... Moet iedereen het horen? Ik heb trouwens net een Boeddhistische training gedaan waarbij je een week lang met niemand mag praten. Daardoor kom je erg dicht bij jezelf. En daarna ga je aan een nieuwe bewustwording werken..."

Na deze kostbare mededeling besloot hij door te lopen en ik ging boodschappen doen. Daarbij kwam ik een buurman tegen met een grote donkerblauwe tulband op die in de modehandel werkt. "Hoe gaat het met u mevrouw?" vroeg hij vriendelijk.

Ik legde mijn hand op mijn hart en zei enigszins ontsteld: "Met mij gaat het goed maar ik heb net bij die brievenbus een ci-mi-neel ontmoet..." Dat werkte enorm op de lachspieren van mijn modebuurman.

"Hahaha... Een crimineel die zoiets over zichzelf zegt... Dat is een crimineel van niets... Hahaha... Dat was een grapje mevrouw."
Achteraf denk ik dat nu ook. Misschien is het ook wel een nieuwe manier van aandacht vragen.

FOTO: REDACTIE