Minister Slob:Thuiszitters horen er ook bij
Minister Arie Slob (Onderwijs) roept scholen en ouders op om te bekijken hoe het les geven op afstand het beste kan worden benut voor kinderen die langdurig thuiszitten. Hij wil zo verkennen of deze leerlingen zo sneller terugkeren in de klas en wat scholen nodig hebben om dit te kunnen organiseren. Ervaringen die scholen de afgelopen coronamaanden met afstandsonderwijs hebben opgedaan, kunnen daarbij goed worden gebruikt.
,,Door het coronavirus hebben scholen in korte tijd belangrijke vorderingen gemaakt met het onderwijs op afstand. Hij laat weten dat het nu de juiste tijd is om thuiszitters te laten merken dat zij er ook bij horen. "We moeten het ijzer smeden als het heet is’’, zegt minister Slob. ,,Natuurlijk blijft fysiek onderwijs, op school in een groep, altijd belangrijk, maar voor kinderen die een poosje niet naar school kunnen, kan tijdelijk afstandsonderwijs een belangrijk verschil maken.’’
Minister Slob roept ouders op om contact te zoeken met een school in de buurt om te kijken wat er voor hun specifieke situatie na de zomer aan afstandsonderwijs kan worden ingericht. Scholen kunnen met hun samenwerkingsverband in gesprek hoe zij dit praktisch kunnen organiseren. De minister gaat de mogelijkheden van afstandsonderwijs daarnaast verder in kaart brengen met de onderwijskoepels, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, ouder- en jongerenorganisaties en Inspectie van het Onderwijs.
Jaarlijks gaan zo’n 4600 leerlingen om uiteenlopende redenen langere tijd niet naar school. Ze zijn bijvoorbeeld langdurig ziek of hebben thuis ernstige problemen. Door dan tijdelijk onderwijs op afstand te benutten blijven zij beter betrokken bij hun klas en hoeven zij minder lesstof te missen. Zo worden ze minder in hun ontwikkeling onderbroken en wordt de overgang om weer echt naar school te gaan, kleiner.
Daarnaast wordt gekeken of afstandsonderwijs op den duur ook kan worden ingezet om te voorkomen dat leerlingen uitvallen.
Voor sommige kinderen is vijf dagen fysiek naar school gaan te veel en werkt het mogelijk beter wanneer zij enkele dagen in de week vanuit huis online lessen kunnen volgen.
De plannen maken deel uit van de bredere thuiszittersaanpak. Het ministerie van Onderwijs werkt daarbij onder meer samen met de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Justitie & Veiligheid, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, PO-Raad, VO-raad en Ingrado aan het terugdringen van het totale aantal thuiszitters.
Zij hebben afgesproken om de ervaringen tijdens de uitbraak van het coronavirus te gebruiken voor het vervolg van de thuiszittersaanpak. Minister Slob informeert de Tweede Kamer hier na de zomer over.