Basisschool Klein Amsterdam moet eindelijk herstelplan uitvoeren
AMSTERDAM - Het wanbeheer bij basisschool Klein Amsterdam in Amsterdam is een langdurig probleem dat nu eindelijk de aandacht van de Minister van Primair en Voortgezet Onderwijs heeft getrokken. Minister Mariëlle Paul heeft het bestuur van de school, de Stichting Leren in de Tussenruimte, opgedragen dringend actie te ondernemen om de situatie te verbeteren. Het is zorgelijk dat het vertrouwen ontbreekt dat het bestuur uit eigen beweging de nodige verbeteringen zal doorvoeren.
De minister heeft verklaard dat ondanks herhaalde problemen en de zeer zwakke onderwijskwaliteit op Klein Amsterdam, het bestuur heeft nagelaten om voldoende in te grijpen. Dit gebrek aan actie heeft kostbare tijd doen verloren gaan, tijd die cruciaal is voor de leerlingen om weer kwalitatief goed onderwijs te ontvangen.
Het wanbeheer is niet nieuw; vorig jaar constateerde de Inspectie van het Onderwijs al financieel wanbeheer. Dit jaar werd de onderwijskwaliteit als zeer zwak beoordeeld. De onduidelijkheid over een mogelijke sluiting van de school heeft de situatie verder gecompliceerd. Opeenvolgende bestuurders hebben niet adequaat gereageerd om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, en het financiële wanbeleid is niet doortastend genoeg aangepakt.
Om de situatie aan te pakken heeft de minister besloten tot het opleggen van een aanwijzing, het zwaarste juridische instrument dat zij tot haar beschikking heeft. Het bestuur krijgt vier weken de tijd om een realistisch herstelplan op te stellen. Daarnaast moeten zij het ministerie maandelijks op de hoogte houden van de financiële situatie van de school gedurende een jaar.
Als het bestuur hier niet aan voldoet, kan de minister besluiten de financiering van de school stop te zetten.
Met de aanstelling van een nieuwe interim-bestuurder hoopt men een frisse start te maken in het aanpakken van de problemen bij Klein Amsterdam en het herstellen van de onderwijskwaliteit.