Phia Baruch: Wetsvoorstel handhaaft normen Nederlands bestuur
Het wetsvoorstel 'regels vervolgfuncties bewindspersonen' schetst een helder kader voor ministers en staatssecretarissen die hun loopbaan na hun ambtstermijn willen voortzetten. Het benadrukt de noodzaak van transparantie en het voorkomen van belangenverstrengeling door middel van verplichte adviesprocedures, een lobbyverbod en een draaideurverbod.
De verplichting voor (oud-)bewindspersonen om binnen twee jaar na hun ambtstermijn advies in te winnen over een nieuwe functie bij het Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers, legt de nadruk op het vermijden van conflicten tussen hun voormalige rol en toekomstige werkzaamheden. Dit adviesproces zorgt voor een zorgvuldige afweging van potentiële belangenverstrengeling en waarborgt zo de integriteit van de betrokkenen.
Het wettelijk vastleggen van het lobbyverbod en het draaideurverbod beperkt de mogelijkheid voor (oud-)bewindspersonen om hun invloed aan te wenden voor persoonlijk gewin na hun ambtsperiode. Dit draagt bij aan het behoud van vertrouwen in het openbaar bestuur en voorkomt de schijn van oneigenlijke beïnvloeding.
Hoewel het wetsvoorstel nog door de Tweede en Eerste Kamer moet worden behandeld voordat het in werking treedt, hebben de huidige bewindspersonen al toegezegd zich vrijwillig aan de voorgestelde regels te houden. Deze stap illustreert de bereidheid van de politieke leiders om verantwoordelijkheid te nemen voor het bevorderen van ethisch gedrag binnen de overheid.
Door te voldoen aan internationale aanbevelingen en aan te sluiten bij de praktijken van andere landen, laat dit wetsvoorstel zien dat Nederland zich inzet voor het handhaven van hoge normen op het gebied van integriteit en goed bestuur. Het blijkt dat ook veel bekritiseerde bestuurspersonen volgens hun eigen inzichten hun uiterste best hebben gedaan voor allen die zij willen vertegenwoordigen.
Vaak is er een verschil van opvattingen waarvoor in de praktijk toch een oplossing werd gevonden. In ons land werd al generaties lang daarvoor gepolderd en spelen economische belangen een grote rol. Er zijn echter landen waar de machtsfactor alles bepalend is, die hun waarden aan anderen proberen op te leggen. Dan is het nu eenmaal niet anders en dán moet men het gevecht aangaan.
Bij gecompliceerde situaties is er altijd sprake van verschillende inzichten en de vraag: wat doen we er aan en hoe doen we dat. Gelukkig hebben wetten de bedoeling hier een uitweg in te zoeken.
WAT LAAT KAREL APPEL ONS ZIEN ?
Bijgaande illustratie is gemaakt door Karel Appel. De kunstenaar die in de vorige eeuw 'tot schrik en afschuw' van veel mensen over zijn kunst zei: "Ach, ik rotzooi maar wat aan... "
Maar wie zijn werk bekijkt ziet dat hij uiterst nauwkeurig en precies weet wat hij doet. Toch is hij geen leugenaar. Hij zat in een periode waarop hij op die manier over zijn creaties dacht. Zo gaat het ook vaak met mensen die een bestuursfunctie hebben. Dit zijn hun inzichten in een bepaalde periode. En daarom moet er altijd ruimte blijven voor inzichten van anderen.
Maar in plaats van als een getergde wolf iedereen bij het minste of geringste te proberen aan te vallen als jou daarvan iets niet bevalt kan je heel anders reageren. Luidkeels dramatisch beginnen te tetteren is heel irrritant voor anderen. Ook al niet effectief. Of als je volgens velen heel terecht iets afkeuren moet domweg anderen fysiek willen verpletteren brengt toch alleen maar schade aan jezelf en anderen toe en lost niets op.
Samen zoeken naar een plan van aanpak is een veel betere strategie om tot een oplossing te komen. Aanvallen en framing. Je komt het overal tegen. Het gaat om vallen en opstaan maar net als in de sport gaat het er ook om je verantwoordelijkheid te durven nemen. .