De professor heeft gesproken

  Het was laat toen ik de boodschappen uit een grote tas op tafel uitstalde. Een beetje gezap op de tv begeleidde mij toen ik bedacht wat ik als avondeten zou kiezen. Er kwam een knappe professor in beeld die uitlegde dat wij allemaal over twee denksystemen beschikken. Het ene is snel en automatisch en het andere langzaam.
Die systemen zitten in aparte vakken in ieders hoofd.

"Wil je nog koffie?" vraagt iemand. Jij zegt: "Graag." Dat zeg je snel en bijna automatisch omdat je dat op een bepaald moment altijd drinkt. Vanuit onze gewoontes nemen we de hele dag door vaak zonder nadenken de nodige beslissingen bijvoorbeeld bij het oversteken van een drukke straat. Dat is praktisch maar echt niet altijd juist.

Als we bijvoorbeeld mensen met een bepaalde manier van gedragen tegenkomen hebben we daar ook vaste reacties op. We nemen dan aan dat wat we altijd van zulk gedrag meemaakten ook later dezelfde betekenis heeft. We hebben dan al bij voorbaat ons oordeel gevormd zonder langzaam denkend te onderzoeken of wij niet iets over het hoofd of verkeerd zagen.
Terwijl ik de sla uitpakte ging mijn telefoon. "Ik heb die nieuwe baan,"wordt er aan de andere kant blij verteld. Ik doe de tv direct uit om dolenthousiast de vreugde te delen. " Ga je juist eten? Wat maak je klaar?"

Ik had de wikkel weggegooid van een bepaald bakje en ik schaamde me er niet voor dat ik niet meer wist hoe "het" daarin heette. "Het is iets met een ingewikkelde naam die op genocide lijkt maar het is natuurlijk niet zoiets verschrikkelijks,"antwoordde ik vanuit mijn automatische denksysteem. "Je bedoelt Quinoa," reageert mijn belster bereidwillig maar slap van het lachen.

Ik vertel haar van de tv-uitzending en zeg dat wij volgens de professor altijd bevooroordeeld zijn en dat zorgt vaak voor een hiaat in de juiste waarneming van de werkelijkheid. Dat gaat zo ver dat zelfs analisten van Geheime Diensten voor 95% foute conclusies trekken. Ik vertel haar het verhaal over de denksystemen. Mijn belster denkt ook dat daar veel in zit. Ik zeg dat ik juist een artikeltje heb gemaakt over mensen die zich focussen op beroemdheden. Dat is ook vooringenomen. We hangen tevreden op en al etend denk ik na over voor-ingenomenheid.

Positief of negatief iemand anders op een voetstuk zetten die dat vaak helemaal niet wil. Dat doet iedereen vaker dan ons lief is. Maar ik vraag me nu af of dat werkelijk erg is. Iets of iemand als hoger houvast beschouwen. Ik zou denken dat je dat ook van anderen moet kunnen respecteren. Als je dat kan tenminste en die manier van denken anderen niet tekort doet.

Maar waar trek je de grens? In India zijn koeien heilig en dat zijn ook hele lieve dieren. Aan de andere kant lijkt het behoorlijk overdreven daarom die dieren de baas te laten worden. Aangezien voor iedereen iets anders of andere zaken heilig zijn kan grenzeloosheid wel eens felle botsingen geven. Tot oorlogen leiden zelfs.

Als ik ga slapen ben ik er lang niet over uitgedacht maar verkeer meteen in dromenland. Daar komt dan een hele dag voorbij in mijn hoofd. Het ligt vast ook aan die knappe professor met zijn indringende stellingen. Want ik droom van mensen in een ander land die een bepaald plantje wat bij de zee groeit heilig verklaren. Het lijkt mij een gewoon kriebelig groen plantje maar dat is het echt niet.

De hele plantensoort wordt zelfs in mijn droom in dat land heilig verklaard en zal bij iedereen genezend werken. ik ben zwaar onder de indruk in een ziekenhuis waar ik hard werkende chirurgen in operatiekamers gadesla die na uren oververmoeid doorwerken op lange stelen het heilige plantje door een venster krijgen aangeboden om de klus te kunnen afronden.

Hele toestanden want de aanbieding moet op die manier gebeuren omdat de operatiekamer zo steriel mogelijk moet blijven. 's Morgens word ik wakker en zie het schouwspel in de hele droom nog duidelijk voor me. En ik vraag me nu werkelijk af welk vakje in mijn hoofd deze manier van denken heeft geproduceerd. Zou ik bij die knappe professor echt niet eens een derde denksysteem moeten introduceren?