Op de koffie komen

altIn het ontbijtrestaurant in een kleine stad waar ik af en toe voor zaken moet zijn, kom ik haar heel vaak tegen. Een intrigerende oudere dame die er dan veel tijd aanbesteedt mij uit te leggen dat deze manier van ontbijten voor haar zoveel tijd bespaart. Aangezien ze een langdurige waterval van woorden over mij uitstort zeg ik maar niet dat ik dit niet als een echte reden zie.
 

Ze woont vlakbij en dicht in de buurt van een bakker maar misschien vindt ze het leuker als 's morgens het ontbijt voor haar klaar staat. Als ik haar weer eens tegenkom nodigt ze mij uit om haar éénmansbedrijf te komen bekijken. We spreken af voor een kop koffie.

Ik kom terecht in een woonhuis annex frutselwinkel vol artikelen die niemand echt nodig heeft. Poppen die je ergens neer kunt zetten, stofzuigerzakken, een Engels theeservies en sporttassen ver uit de vorige eeuw. Oosterse kleedjes, spiegels en een duur soort ansichtkaarten met enveloppen in allerlei maten staan door elkaar in manden.

In een hoek staat de koffiezetmachine naast een bank voor de klanten die hier hun verhaal komen doen en dan vaak toch wat schijnen te kopen.Wat gebeurt hier toch allemaal? Wie gaat hier iets kopen?

"Ik heb veel klanten voor mijn ansichtkaarten," vertelt mevrouw met een kuchje als ze mij de koffie aanbiedt. " Als Zij dáár mij maar niet steeds dwars zouden zitten door met hun fietsen mijn etalageramen te blokkeren."

Naast haar winkel is aan een kant een druk beklant kantoorgebouw gevestigd en aan de andere kant een bank. Diverse onverlaten kwakken de hele dag hun fiets, fietskar, scooter of motor buiten de daarvoor aangewezen parkeerzône pal voor haar winkelramen. En dat nog wel terwijl ze overal waarschuwingsborden heeft opgehangen: "Geen fietsen hier voor mijn etalage." Of: "Uw fiets niet voor de ingang van de winkel svp."

"Er heeft hier al verschillende keren een stadswacht gepost," zegt mevrouw als er weer een fietskar onbeschaafd hard tegen het raam aanploft. "Hij heeft ze flink gewaarschuwd maar hij heeft te weinig tijd om hier aldoor te posten." Ik maak een onbestemd geluid maar haar conversatie beperkt zich voornamelijk tot monologen.

Nu haast ze zich naar buiten waar een vermoeide moeder twee peuters juist uit een kar heeft gesjord en verbijsterd aanwijzingen opvolgt om die kar te verplaatsen. Hoofdschuddend komt mevrouw nu weer binnen en zegt dat ze zich de laatste tijd toch al niet meer zo goed voelt. "Dat komt door die fietsen. Ik zet ze vaak zelf weg en ze zijn zwaar. Dat kost me veel spierkracht. Het is ook zo irritant."

Ik heb de koffie op en inmiddels gezien dat ik niets uit die winkel wil kopen. Maar ik ga niet zomaar weg. Ik schaf toch nog een aantal kaarten inclusief enveloppe aan. Ze zijn niet goedkoop maar wel mooi. "Daar heb je nog jaren plezier van," zegt mevrouw en ze verpakt ze in een mooi zakje.

Wat heb ik aan zo'n zakje? Dat gooi je weg... En dan schaam ik me dat ik zo ongevoelig reageer.

Eindelijk vertrek ik. Heerlijk: ik ben buiten maar met gemengde gevoelens. Wanneer verstuur ik nu al deze kaarten? Vermoedelijk zal ik zelfs als de posterijen helemaal opgeheven zijn nog steeds van deze kaarten over hebben. Ik kijk nog even om en zie weer een scooterrijder afstappen pal voor de winkel maar voordat de deur nu weer opengaat maak ik dat ik wegkom.

Even ergens elders heen om daar mijn krantje te lezen.