Phia Baruch: Grapje zeker

  Op een mooie zomeravond drinken twee jongemannen een glas bier onder de bomen voor een huis in de buurt waar ik woon. Het is een rustige straat en één van de jongemannen let met vaderlijke trots op een piepkleine pas geboren baby in een wagentje naast de picnictafel waar ze heel rustig een beetje samen praten. Het is buiten een beetje stil en heel loom weer. Als ik voorbij kom en belangstellend in het wagentje kijk, vertellen de mannen mij dat dit de eerste baby is die in hun vaste vriendengroep geboren is. Je merkt dat ze deze eerste baby als een belangrijke en in hun leven bepalende score beschouwen.

"Pas geboren," denk ik. "Waar zou de moeder zijn?" Maar waarom denk je daar nu meteen aan? vraag ik mijzelf direct daarna af.. Wat een on-gein. Waarom zou de moeder niet even bij familie of zoiets zijn? Of volgt ze net vanavond een leuke cursus. Ik vraag: "Hoe heet je kindje?" De vader zegt: "Mozes Abraham."Hij is genoemd naar mijn opa die in de oorlog in het kamp heeft gezeten." Ach ... zo..."

Gaan jullie hem Mo of Moos noemen? vraag ik. Het klinkt heel mooi maar Mozes is ook een naam die een nogal sterke uitstraling heeft. "We zijn niet joods,"zegt de vader. "Mijn opa is er niet meer maar wij noemen hem zo als een eerbewijs aan hem."
Ja... ja. Dan zou je zoon later de joodse humor heel erg kunnen waarderen... Zoals de fantastische grappen over Sam en Moos... " De vader kijkt heel verbaasd. Wie zijn dat dan? Ook zijn vriend aan tafel zegt: "Nee. Nooit van gehoord?"

Ik probeer het hun uit te leggen en ze luisteren welwillend. Maar dan zeg ik dat ik zelf soms graag moppenboeken lees en hun best eentje wil lenen. "Ik woon hier in de buurt en loop wel even langs er mee."

Dat heb ik later ook gedaan. De moeder van de baby heeft het boekje heel verrast aangenomen want de vader was toen net even weg. Ze zei dat ze het heel aardig van mij vond. Ik had mijn telefoonnummer en naam voorin gezet en zei dat ze het boek heel lang mogen lenen.

Tot mijn stomme verbazing hoorde ik de volgende dagen dat in nieuwe generaties bijna niemand meer weet wie Sam en Moos zijn. Zelf pakte ik "Geen Geintjes" van super- moppentapper Max Tailleur weer uit de kast en begon te lezen en af en toe rolden de tranen van het lachen weer over mijn wangen.

Ik weet nog dat het boek officieel met een kleine relaxte soort van persconferentie werd gepresenteerd. Daar was ik bij als beginnend journaliste. Ik heb het persoonlijk van hem gekregen. Illustraties Eppo Doeve en H. J. W. Becht's Uitgeversmaatschappij.

Mensen van nu hebben natuurlijk ook hun eigen vaste stories en strips die voor hun weer toppers zijn. Podcasts die een smakelijke lach oproepen of ze liggen dubbel bij hun lievelingsfilm waar ze nog lang over napraten. En bepaalde reaguurders op sites of in nachtprogramma's over maatschappelijke vragen worden ook graag gevolgd.

Misschien is die humor van toen voor jongeren van nu achterhaald. Kan. Nuja, ik geef er toch een paar korte grappen bij kado.
In een bibliotheek vraagt een oude dame aan de nieuwe bibliothecaresse: "Waar kan ik iets vinden over Mozes en de vlucht naar Egypte?"
"Afdeling B, vak 8,"zegt het meisje. "daar vindt u alles over de luchtvaart."

Of... Vooruit dan maar... Iets over de medische stand vonden mensen vroeger ook altijd heel geinig. Nu misschien ook wel maar dan toch op een andere manier.

Bij de volgende grap zijn we in een restaurant. Het is er -anderhalve meter of niet - heel druk.

Een dokter ploft uitgeput neer. Hij wordt in het restaurant gehaast bediend door de ober die vermoeid half-automatisch de dagschotels opdreunt.
"Koude tong, warme lever, gemarineerde niertjes..."
"Stop," zegt de arts geïrriteerd. "Geef me de kaart. Met je klachten moet je op mijn soreekuur komen."