Helft van Nederlandse huisdieren vertoont stress of angst
Meer dan de helft van de honden en katten in Nederland vertoont tekenen van stress of angst. Dat blijkt uit onderzoek van huisdierenverzekeraar Figo onder 1600 huisdiereigenaren.
Opvallend genoeg denkt één op de vier baasjes nog steeds dat dieren geen mentale problemen kunnen hebben.
Hoewel 90 procent van de eigenaren zegt dat hun huisdier bijdraagt aan hun eigen welzijn, krijgt het mentale welzijn van dieren zelf minder aandacht. “Nog altijd wordt onderschat hoeveel emoties honden en katten hebben,” zegt gedragsdeskundige Jeroen Oomen. “Een dier dat zich terugtrekt of onrustig slaapt, geeft vaak al een signaal.”
Volgens collega Arvid van Putten blijft stress bij dieren vaak onopgemerkt. “Een drukke hond lijkt vrolijk, maar kan juist overprikkeld zijn. Het zit vaak in kleine dingen: geeuwen, vermijdend gedrag, of plots minder spelen.”
Veranderingen in het huishouden – zoals een verhuizing, scheiding of het verlies van een ander dier – kunnen hun weerslag hebben. Toch herkent lang niet iedereen dat gedrag als stressreactie. Van Putten: “Wat lijkt op koppigheid, is soms verdriet.”
Wel groeit de bereidheid om hulp te zoeken: 65 procent van de huisdiereigenaren zou een gedragsdeskundige inschakelen bij afwijkend gedrag. Toch weten velen niet welke zorg vergoed wordt. “Die onwetendheid kan ertoe leiden dat hulp te laat komt,” zegt Paul Kager van Figo. “Terwijl juist vroege aandacht het verschil maakt.”
Tegelijk roept het onderzoek een bredere vraag op: we zien steeds vaker hulphonden, therapiedieren of zelfs hulppaarden die mensen kalmeren of ondersteunen. Maar hoe zit het met hun eigen gemoed? Wie waakt er over de stress van de helpers zelf?
Ook dat verdient misschien wat meer aandacht.









