Tijdelijke digitaal toegang oorlogsarchief: vanaf 1 juli
Vanaf 1 juli is een belangrijk deel van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) digitaal te doorzoeken in de studiezaal van het Nationaal Archief in Den Haag. Het gaat om een derde van het totale oorlogsarchief, waarin dossiers zijn opgenomen van mensen die na de Tweede Wereldoorlog werden onderzocht op mogelijke collaboratie met de Duitse bezetter.
Voor het eerst kunnen bezoekers zoeken op namen van slachtoffers, onderduikgevers of locaties. Daarmee ontstaat voor nabestaanden en onderzoekers een nieuwe mogelijkheid om na tachtig jaar het spoor van een familielid of betrokkene terug te vinden.
Vanwege de privacy van mogelijk nog levende personen zijn uitgebreide maatregelen genomen. Zo is het niet toegestaan kopieën te maken en kunnen bezoekers documenten rapporteren die volgens hen niet getoond zouden mogen worden. Een onafhankelijke commissie beoordeelt deze meldingen.
Minister Eppo Bruins (OCW) noemt de digitalisering een belangrijke stap in het toegankelijk maken van ons collectieve oorlogsverleden. Vanwege de kwetsbaarheid van de gegevens en de beperkte capaciteit — vijf werkplekken — wordt onderzocht of later dit jaar ook bij Regionaal Historische Centra digitaal onderzoek mogelijk wordt.
Voor online raadpleging is nog een wetswijziging nodig. Het voorstel hiervoor wordt binnenkort verder behandeld. Tot die tijd is het digitale archief alleen op locatie en onder voorwaarden beschikbaar.
Wie het archief wil raadplegen, kan vanaf 23 juni via de website van het Nationaal Archief een plek reserveren.
MINISTER BRUINS:DIGITALISERING IS BELANGRIJK VOOR HET TOEGANKELIJK MAKEN VAN ONS COLLECTIEVE OORLOGSVERLEDEN
DOOR: ELIAN BRON
FOTO: MARTIJN BEEKMAN