De oorlog is eigenlijk nooit echt voorbij
Het Joods Cultureel Kwartier is weer open! Alles gebeurt er met corona-beperking natuurlijk weer even doordacht als altijd. Op 22 november vertelt Bert van der Heijden (1936) over zijn oorlogservaringen in de onderduik. Voor Bert van der Heijden (1936) is de Tweede Wereldoorlog eigenlijk nooit echt voorbij gegaan, maar is altijd blijven ‘sudderen’. En hier komen wij - zonder zelfbeklag - op bekend terrein.
Bert van der Heijden groeide op in een welgesteld, zionistisch en zeer anti-Duits gezin. Hij had twee oudere broers, Han (1933) en Jaap (1934). Zijn vader Lodewijk Henri van der Heijden had een broekenfabriek en negen winkels met bedrijfskleding onder de naam NeVaMa (Nederlandse Vakkleding Maatschappij). Zijn moeder Johanna Eleonora Lob was een zeer geëmancipeerde vrouw, die veel sociaal werk deed. Het gezin woonde in Amsterdam in de Quinten Massijsstraat.
In de eerste jaren van de bezetting vonden er thuis ‘tussen de schuifdeuren’ cabaretvoorstellingen plaats van Rudolf en Herbert Nelson, twee uit nazi-Duitsland gevluchte cabaretiers, die veel in Tuschinski hadden opgetreden. Door de vele razzia’s in augustus 1942, besloot het gezin onder te duiken.
De jongens werden ieder apart ondergebracht bij familieleden van een niet-joods dienstmeisje. Bert kwam terecht bij de familie Oud, een katholiek gezin met vier kinderen in Zwaagdijk. Als de kinderen Oud op school waren, maakte de zevenjarige Bert lange wandelingen, waar hij enorm van genoot.
Ook hielp hij zijn pleegmoeder met allerlei huishoudelijke klussen. Zijn pleegvader was een onaardige man, die hem weg wilde hebben en de oudste dochter Jopie had een hekel aan hem. ’s Nachts was Bert vaak angstig; hij keek dan ook uit naar de bezoekjes van zijn broer Jaap, die zo nu en dan op de fiets naar hem toe kwam.
Het gezin van der Heijden overleefde de oorlog, maar het was moeilijk om weer de oude gezinsband te herstellen. Zijn moeder zette zich enorm in voor Le-Ezrath Ha-Jeled (Het Kind ter Hulpe) en hield zich met diverse kindertehuizen bezig, waaronder het Joods Jongensweeshuis aan de Emmalaan.
Over de oorlog werd niet gesproken. Het devies was vooral kijken naar de toekomst. Velen zullen dit herkennen. Er zijn mensen die alles bespreekbaar willen maken om hierdoor een overmacht aan herinneringen weg te werken. En er zijn ook verschillende andere manieren om deze ervaringen van vroeger te proberen te veranderen. Bijvoorbeeld het gelijkstellen van de stress van toen met een oplossingsgerichte benadering van prtoblemen van het nu en van de toekomst. Er zijn vele wegen - way of lifes - die naar Rome leiden.
En er zijn veel lessen te leren met het willen 'horen' van wat iemand graag vertellen wil en daardoor de kans te krijgen anders naar bepaalde reacties en emoties te kijken.
Op 22 november vertelt Bert van der Heijden (1936) dus over zijn oorlogservaringen in de onderduik. En daar is zoveel belangstelling voor dat er geen tickets meer voor verkrijgbaar zijn.
AFBEELDING: JAAP EN BERT VAN DER HEIJDEN MET YVONNE DE VRIES
BERT EN YVONNE SPEELDEN VEEL MET ELKAAR
FOTO: PRIVÉBEZIT AMSTERDAM 1942
(Locatie lezing: Auditorium Joods Historisch Museum - Nieuwe Amstelstraat 1 - 1011 PL Amsterdam)