Yolande Steenhuis: Warme herinneringen door onze Berkel
Zo lang ik mij kan heugen, hebben we vroeger altijd een snijmachine gehad. Via een vriendschappelijk contact met Ruurd hoorde ik over zijn nieuwsgierigheid naar onze Berkel snijmachine. Eerlijk gezegd zit daar niet zo’n groot verhaal aan vast, behalve dat de machine, die bij ons dagelijks in gebruik is, veel herinneringen oproept.
Mijn ouders hadden vroeger een zaak in fijne comestibles. Dat zegt velen misschien niet veel, maar het was de voorloper van wat we nu de luxe supermarkten zouden noemen.
Ook tegenwoordig is niet iedereen vegan en in die tijd verkochten we onder meer fijne vleeswaren, die we zelf sneden en vaak ook zelf bewerkten. Denk aan rosbief dat gebraden werd, pekelvlees dat gepekeld werd, en zure zult. We hadden zelfs een machine voor het snijden van kaas. Er stonden twee prachtige rode snijmachines, één aan iedere kant van de toonbank.
Mijn vader hield van technische snufjes. Vlak na de oorlog hadden we bijvoorbeeld al een elektrische broodrooster, een centrifuge, en zo’n houten Miele wastobbe met een wringer erbovenop. Hij liet ook een bad op zolder installeren, waar wij met vijf kinderen wekelijks onze wasbeurt kregen, compleet met onderbroek aan, in plaats van in de teil.
Het leven is sindsdien flink veranderd, en het is bijna niet meer uit te leggen aan de huidige generatie.
Vanaf het moment dat Herman en ik samen waren, hadden wij al een kleine snijmachine in gebruik. Die werd later wat groter, totdat we zo’n 15 à 20 jaar geleden een echte Berkel tegenkwamen. (Hadden we die oude machines nog maar! Ze zijn tegenwoordig een fortuin waard}.
We vonden onze Berkel bij toeval in de buurt van Bergen op Zoom, afkomstig uit een oude slagerij. Het was een zwaar exemplaar dat nog wat opknapwerk nodig had. Uiteindelijk kwamen we in Nijkerk terecht, bij een werkplaats van een man die nog door het land reed om reparaties aan Berkelmachines uit te voeren.
Het liep uit op een gezellig onderonsje met drie mannen, waaronder iemand uit Bunschoten. Terwijl we koffie dronken en van worstenbroodjes genoten, raakten we aan de praat. In de werkplaats stonden nog oude machines, waaronder een die met de hand moest worden aangedraaid.
We waren meteen verkocht. Uiteindelijk hebben we onze zilverkleurige machine ingeruild voor een rode, die nu nog steeds in onze keuken staat. Maar een jaar geleden gebeurde er iets heel vervelends: er kwam ineens een grote rookwolk uit de machine tijdens gebruik.
We trokken snel de stekker eruit en zochten meteen contact met onze monteur. Gelukkig was hij nog steeds aktief. De volgende dag kwam hij langs en herkende ons nog. De motor was doorgebrand, maar hij had gelukkig een reservemotor bij zich, en het probleem was binnen de kortste keren opgelost. En ook nu zijn we nog steeds erg blij met de machine, en hij wordt nog altijd zeer regelmatig, zo niet dagelijks, gebruikt.
Toch besef ik dat de tijden zijn veranderd. Wat voor ons destijds revolutionaire apparaten waren die ons leven ingrijpend hebben veranderd, zijn voor de jongere generaties niet meer dan curiositeiten. Als ik de kleinkinderen vertel over de snijmachine, zie ik ze vaak denken: ‘Waar is die machine eigenlijk voor?’ Ze zijn opgegroeid met smartphones, tablets en slimme apparaten die een heel ander soort invloed op hun leven hebben gehad."
Dat maakt ons duidelijk dat de wereld om ons heen voortdurend verandert, en dat we ons moeten blijven aanpassen aan de nieuwe tijd. Dat biedt ook heel veel gemak en grote voordelen. Maar wat hetzelfde blijft, zijn de warme herinneringen die met deze apparaten verbonden zijn en de lessen die we daarvan leren. Ze herinneren ons eraan hoe belangrijk het is om open te staan voor verandering, terwijl we tegelijkertijd de waarde van het verleden koesteren.