Eerste Kamer vandaag accoord met 'Big Brother Wet'
DEN HAAG - 18 juni 2024 - Vandaag is de Eerste Kamer accoord gegaan met het voorstel voor de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS), door tegenstanders ook wel 'datasurveillancewet' of 'Super SyRI' genoemd. Critici omschrijven het ook wel als de 'Big Brother Wet'. De fracties van BBB, VVD, CDA, D66, PVV, ChristenUnie, JA21, SGP, 50PLUS en OPNL stemden voor het wetsvoor stel van demissionair minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid.
De fracties van GroenLinks-PvdA, PvdD, SP, FVD en Volt stemden tegen. De WGS biedt een juridische basis voor overheidsorganisaties én private partijen, verenigd in samenwerkingsverbanden, om persoonsgegevens met elkaar te delen voor de bestrijding van fraude.
De Autoriteit Persoonsgegevens adviseerde de Eerste Kamer zowel eind 2021 als eind 2023 om tegen het wetsvoorstel te stemmen. Volgens de privacytoezichthouder zet de wet de deur wagenwijd open voor onbegrensde surveillance door een onbegrensde hoeveelheid partijen, publiek en privaat. Eerder was ook de Raad van State kritisch en stelde dat het voorstel op dat moment niet voldeed aan de eisen van artikel 10 van de Grondwet, dat het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer beschermt. Eind 2021 kwam de Raad van State echter met een positief oordeel.
Het gaat onder de WGS niet alleen om feitelijke gegevens die bedrijven en overheden met elkaar delen, maar ook om signalen, vermoedens en volledige zwarte lijsten die worden uitgewisseld en met elkaar verknoopt. Daarbij kunnen deze partijen op basis van deze schaduwadministraties 'interventies' met elkaar afstemmen waarin ze handhavend optreden tegen burgers die in hun vizier belanden, aldus de burgerrechtencoalitie die eerder de rechtszaak tegen SyRI won.
"Burgers en ondernemers zijn weerloos tegen een nieuwe Big Brother-wet die vandaag in de Eerste Kamer wordt behandeld. De nieuwe wet geeft overheden, instanties en private organisaties, zoals banken en makelaars, het recht om gegevens met elkaar te delen. Zélfs als het slechts om vermoedens gaat. Dat kan gaan om woon- en financiële gegevens maar zelfs ook seksuele geaardheid. Niet alleen van betrokkenen zelf maar ook van mensen in hun omgeving", zo liet stichting Privacy First vorige week weten.
Maar vaak zijn situaties heel complex en is het niet mogelijk op een eenvoudige manier te analyseren wat in grote lijnen als voor-en-nadelen tegenover elkaar gesteld zowel de licht- als schaduwkanten het beste in evenwicht brengt. Dat heeft de Eerste Kamer dus overwogen.
Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid: ,,De huidige regels zijn nu vaak onduidelijk, complex en niet toegesneden op samenwerking. Dat is niet bevorderlijk voor een zorgvuldige uitwisseling van informatie. Bovendien kan onduidelijkheid zorgen voor een patstelling juist op momenten dat samen handelen geboden is. De nieuwe regels stellen daarom duidelijker kaders over wat de verschillende instanties in de zorg, justitieketen en het openbaar bestuur met persoonsgegevens mogen doen: welke informatie mag worden gedeeld, voor welk doel en hoe dat wordt gewaarborgd. Persoonsgegevens worden zo beter beschermd. Tegelijk kunnen we zo voorkomen dat instanties onnodig een onvolledig, versnipperd of verkokerd beeld hebben in de aanpak van georganiseerde misdaad en bij het bieden van hulp in situaties rond huiselijk geweld of bij ingewikkelde problemen met onbegrepen en verward gedrag.’’
Het kabinet streeft ernaar om de WGS per 1 januari volgend jaar in werking te laten treden, en indien mogelijk eerder, mede afhankelijk van wanneer het Besluit gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden kan worden gepubliceerd in het Staatsblad.
Over deze algemene maatregel van bestuur wordt nu advies gevraagd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Een jaar na de invoering wordt een invoeringstoets uitgevoerd.
Daarbij wordt specifiek gekeken naar de wijze waarop aan waarborgen en zorgvuldigheidseisen wordt voldaan. Dit komt bovenop de gebruikelijke evaluatie van een nieuwe wet na vijf jaar.